Jonge muizen koppelen leidt meestal niet tot een groot probleem. Tot ongeveer vijf tot tien weken is koppelen heel simpel en zullen muizen hun territorium niet verdedigen. Maar wanneer ouderen in de groep aanwezig
zijn en je wilt een nieuwe muis aan de groep toevoegen, dan moet je verdacht zijn dat enig territorium drift op kan spelen. Zorg daarom dat de kooi waarin gekoppeld en gehouden wordt, goed schoon is. Zorg tevens
voor meerdere schuilplaatsen en gangetjes. Een aantal wc-rolletjes, keukenrollen of wat kartonnen doosjes waarin twee gaatjes zijn gemaakt, voldoen bijvoorbeeld. Muizen kunnen soms achter elkaar aanjagen of
dat ze zelf even gaan vechten om uit te maken wie de baas is. En het is goed dat de nieuwe muis zich kan verschillen of even van de groep kan afschermen.
Meestal kunnen vrouwen eenvoudig gekoppeld worden. Mannetjes daartegenover zijn wat lastiger te koppelen en hoe ouder ze zijn, hoe lastiger dit kan zijn. Zorg dan ervoor dat de kooi waarin je koppelt niet te
groot is. Hoe groter de kooi, hoe meer territorium drift kan optreden. Maar zeker ook niet te klein. Het moet niet zo zijn dat ze niet van elkaar weg kunnen lopen tijdens het bepalen van de rangorde.
Een mannetje koppelen met een vrouwtje gaat meestal heel eenvoudig. Wel is het raadzaam om de kooi te gebruiken waarin het mannetje reeds verbleef. Of zet het mannetje eerst een tijdje in een nieuw verblijf
en zet het vrouwtje pas na een aantal uren erbij.