Er zijn vele soorten muisachtigen. Er zijn meer dan 370 soorten en meer dan 1.500 ondersoorten. De meest bekenste soort is de normale huismuis (Mus domesticus).
Muizen horen bij de indeling van de knaagdieren tot de muisachtigen (Murinae). Muisachtigen worden verdeeld in twee groepen namelijk de kleine soorten, de muizen, en de
grote soorten, ratten genoemd.
De Dwergmuis (Micromys minutus) is een zeer kleine soort onder de muizen. Hij is maar 5 tot 7,5 centimer groot. En ze gewegen maar 6 gram. Op Google kan je prachtige foto's van deze Dwergmuis vinden. Ze
zitten in gras, riet en korenvelden en maken daar prachtige nestjes. Ze worden wel eens als huisideren gehouden. Maar door hun kleine omvang en hun snelheid, zijn het vooral leuke kijkdieren.
Een ander onderscheid bij de muis is de soort Bosmuizen (Apodemus) en daaronder vallen Bosmuis (Apodemus sylvaticus), Grote Bosmuis (Apodemus flavicollis) en Brandmuis (Apodemus agrarius). De Grote
Bosmuis komt in Nederland alleen voor in Zuid-Limburg en omgeving van Winterwijk. De kleiner soort Bosmuis komt in heel Nederland voor. Ze zijn ongeveer 7,5 tot 11 centimeter groot en hebben een staart van
ongeveer 7 tot 11,5 centimeter. De mannetjes zijn gemiddeld wat groter dan de vrouwtjes. Het gewicht zit tussen de 13 en de 35 gram.
Een ander ondersoort zijn de Woelmuizen (Arvicolinae), waaronder onder andere Aardmuis (Microtus agrestis), Veldmuis (Microtus arvalis), Noordse woelmuis (Microtus oeconomus), Ondergrondse
woelmuis (Microtus subterraneus) en de Rosse woelmuis (Myodes glareolus, vroeger Clethrionomys glareolus) vallen. Er zijn 144 levende soorten woelmuizen waarvan 25 in Europa voorkomen.
Daarnaast heb je Slaapmuizen (Gliridae), waaronder de Eikelmuis (Eliomys quercinus), de Hazelmuis (Muscardinus avellanarius) en de Relmuis (Glis glis) vallen. Ze danken hun naam aan het feit dat ze winterslaap
houden. En hun winterslaap kan lang duren, zelfs tot zeven maand lang. De meeste slaapmuizen hebben een pluimachtige staart en lijken op zeer kleine eekhoorns. Er leven vijf van deze soort in Europa.
Een ander categorie zijn de Grasmuizen waaronder tien soorten vallen waaronder de Zebragrasmuis (Lemniscomys barbarus), de Druppelgrasmuis ((Lemniscomys striatus) en de Vierstreepgrasmuis
(Rhabdomys pumilio). De genoemde soorten worden in Nederland als huisdier gefokt en gehouden, waarvan de Zebragrasmuis de bekenste daarvan is. Deze zijn ongeveer 10 tot 13 centimeter lang en
hebben een staart tussen de 9 en de 15 centimeter. Ze wegen ongeveer tussen de 30 en de 50 gram. In gevangenschap worden ze ongeveer vier tot vijf jaar oud. Ze komen van oorsprong
uit centraal en noord Afrika waar vlaktes met stukken gras en struiken begroeid zijn. Het zijn dag- en schemerdieren en hebben een bijzonder gestreept patroon. Ze kunnen zeer vlug zijn en kunnen ook redelijk
hoog springen.
Ook zijn er dieren met "muis" in hun naam, terwijl ze geen muizen zijn. Spitsmuizen is hiervan een voorbeeld. Een in Nederland voorkomend spitsmuis is de huisspitsmuis. Het gaat om een insectenetend zoogdier en zijn
in Nederland beschermd. Ze mogen dus niet gevangen en gedood worden. Een verschil zijn bijvoorbeeld de tanden. De tanden hebben geen oranje punten. Maar een veel bekende voorbeeld waarin in de naam muis voorkomt
terwijl het geen muissoort betreft, zijn vleermuizen. De vleermuis heeft zijn naam te danken aan dat mensen in de 16e eeuw dachten dat de vleermuis een kruising was tussen een vogel en een muis. Maar dat is een fabel.
Bronnen:
Wikipedia, over Woelmuizen
Zoogdierenvereniging, veel informatie over de Bosmuis
Knaagdieren.net