Naar volgende pagina

Voortplanting

Voorwoord

De omvang van de groep waarin wilde huismuizen leven varieert. Vaak hebben mannetjes in groepen een eigen territorium en één of meer vrouwtjes. Het mannetje verdedigt deze vrouwtjes tegen andere mannetjes. Hoe groter de groep hoe meer mannetjes onderdanig zijn en geen territoria hebben en zich niet zullen voortplanten. Wilde muizen kunnen dertig maanden oud worden. Maar velen zullen deze leeftijd niet bereiken. Dat komt door de gevaren die zij in de natuur tegen komen. Velen zullen slechts zes maanden oud worden en sommigen 18 maand. Om toch voldoende nageslacht te krijgen zijn zij op jonge leeftijd al geslachtsrijp en beginnen ze op jonge leeftijd al te fokken. Ze krijgen vaak meerdere nestjes achter elkaar, tussen de vijf en tien nesten op jaarbasis. De draagtijd is 19 tot 21 dagen en de zoogtijd duurt 18 tot 20 dagen. Per worp krijgen ze drie tot twaalf jongen. Muizen kunnen het hele jaar door voortplanten. De natuur heeft ook wat bedacht om te voorkomen dat te veel inteelt plaatsvindt. De urine van de muis bevat bepaalde eiwitten waardoor de familie elkaar aan de geur herkennen.

In gevangenschap moet je muizen niet onbeperkt laten fokken. Het gaat in zo'n rap tempo in zulke aantallen dat je in no time heel veel hebt. Zorg daarom dat de mannetjes en de vrouwtjes gescheiden zitten en dat je het mannetje combineert met een specifiek vrouwtje om zo gericht en beheerst een nestje fokt.

Bezint voordat je begint

Het is heel leuk om een nestje muisjes te hebben, maar voordat je besloten hebt om te gaan fokken moet je voor jezelf op de rij zetten waarom je eigenlijk een nestje wilt. Wat zijn je bewegingen om te gaan fokken en wat kunnen de consequenties zijn. Fokken betekent niet automatisch dat alles goed gaat. Het kan namelijk ook fout gaan.

De volgende punten moet je eerst goed geregeld hebben c.q. over nagedacht hebben:

1. Je hebt meerdere kooien nodig.

De vader en moeder zitten slechts tijdelijk bij elkaar voor de dekking. Dat houdt in dat je minimaal twee kooien nodig hebt: een kooi voor de mannetjes en een kooi voor de vrouwtjes. Het lenen van een fokman is natuurlijk een optie, maar niet gebruikelijk. Wanneer de jonge muisjes groot genoeg zijn, moeten zij op geslacht gescheiden gehouden worden. Anders loop je het risico dat de jongen muizen gedekt worden.

2. Waar gaan de jongen heen?

Wanneer je een nestje plant, moet je ook nadenken waar de jonge muizen heen moeten. Je kunt langs de dierenwinkel met de vraag of ze die willen, maar dan weet je niet zeker of de muizen weg gaan als voederdieren of als huisdier. Je kunt ook een advertentie op Marktplaats zetten of via Facebook een topic aanmaken en nieuwe eigenaren voor de muizen vinden. Als het je niet uitmaakt dat het voedseldieren worden, dan wordt het simpeler om ze kwijt te raken.

3. Welk moment neem je een nestje?

Houd ook regening mee dat in de maanden juni tot en met augustus minder vraag naar muizen is omdat veel mensen de aanschaf pas na de zomervakantie doen of vervangen van een overleden muis uitstellen tot na de zomervakantie.

4. Zijn de muizen wel fokgeschikt?

Het is heel belangrijk om te weten of je muizen fokgeschikt zijn. Wanneer je zo min mogelijk risico wilt lopen op afwijkingen, zieke jongen, etc. zou je de achtergrond van je muizen moeten weten waarmee je wilt fokken.

5. Wat als het mis gaat...

Fokgeschikt

Wat je eerst moet bepalen is of de muizen waarmee jij wilt fokken, fokgeschikt zijn. Dat doe je door naar de achtergornd te kijken waar de muizen vandaan komen. Een stamboom laat vaak alleen de kleuren zien welke de voorouders allemaal hadden. Beste is om bij aanschaf van de muizen de fokker naar de ervaring te vragen. De fokker kan je vertellen of hij problemen is tegen gekomen. Daarnaast kan je per kleurslag kijken of er problemen zijn die vaker bij deze kleurslagen voorkomen. Daarnaast moet je kijken of de voorouders van beide muizen die jij wilt kruisen geen of weinig gemeenschappelijke voorouders hebben. En kijk wat verder dan vier generaties.

Geslachtsrijp en verantwoordelijke leeftijd

Muizen zijn heel snel geslachtsrijp. Maar je moet vrouwtjes muizen niet te vroeg inzetten ten behoeve van het fokken. Dat is niet goed voor hun. Beste is om vrouwtjes pas in te zetten op moment dat ze volledig uitgegroeid zijn en volwassen zijn. Ze moeten voldoende body hebben om de jongen groot te brengen. Te jong kan leiden tot complicaties zoals miskramen en problemen met de bevalling. Dat is niet alleen bij te jonge muizen het geval, ook bij te oude muizen. Zet daarom ook muizen niet meer in indien ze één jaar gepasseerd zijn.

De verantwoordelijk leeftijd waarop mannetjes ingezet kunnen worden, is natuurlijk anders. Zij kunnen in theorie al ingezet worden op het moment dat zij geslachtsrijp zijn. De vraag is of dit wel verstandig is. Wanneer jouw fokbeleid het fokken is met muizen op karakter, maar ook zo gezond mogelijk, is het beste om mannetjes pas in te zetten indien zij bewezen hebben. En hoe ouder ze zijn, hoe meer informatie je hebt over hun gezondheid. Maar ook over de gezondheid van de voorouders. Echter zet de mannetjes ook niet te laat in. Er kunnen ook negatieve eigenschappen opgedaan worden tijdens het leven. Het DNA van een oud mannetje kan in de loop van tijd ook lichtjes aangepast zijn. Daarnaast spelen epigenetische eigenschappen ook mee.

Dekking

Eén keer in de vier tot vijf dagen is het vrouwtje vruchtbaar. Je kan dit aan het vrouwtje merken doordat ze meer springen en rond huppelen. Voor een succesvol dekking kan je de muizen gerust tien dagen samenzetten. Omdat het vrouwtje haar territorium fel kan verdedigen is het verstandig om het vrouwtje in de kooi van het mannetje te doen of beide muizen in een ander kooi samen te zetten. Een dekking kan snel plaatsvinden en hoeft niet lang te duren. Daarom is het niet altijd duidelijk of het vrouwtje gedekt is. Na 10 dagen kan je ze uit elkaar halen.

Het is ook mogelijk om het mannetje bij het vrouwtje te laten terwijl zij jongen krijgt. Het mannetje beschouwt de jongen als zijn eigen kinderen. Wel wordt het vrouwtje direct weer gedekt. En daarom is het niet verstandig om dit in gevangenschap te doen. Zet het mannetje nooit na de bevalling in de kooi. Wanneer het mannetje de bevalling niet vergezeld heeft, zal hij de kindjes niet als zijne beschouwen en instinctief de kindjes doden.

Zwangerschap en de bevalling

Tijdens de zwangerschap hoef je het vrouwtje geen extra voeding te geven indien je dagelijks goede muizenvoer en wat groene groentes fruit geeft. Veel muizenvoer bevat voldoende voedingsstoffen zoals vitamine B11, foliumzuur. Wel kan je haar extra nestmateriaal geven zoals een paar velletjes toiletpapier of keukenrol. Je zult zien dat dit versnippert en verscheurt wordt en dit als nestmateriaal gebruikt wordt. Belangrijk is dat je de kooi schoonmaakt net voordat zij gaat bevallen.

De draagtijd varieert tussen de 18 en de 21 dagen. Het vrouwtje is dan uitgerekend en zal zij de kleintjes op de wereld zetten. Het zijn kleine roze wormpjes zonder volgroeide ogen en oren en wegen tussen 0,8 en 1,5 gram. Het gewicht is afhankelijk van de nestgrootte en kan daarom iets lager of hoger zijn. Een nest bestaat uit zes tot twaalf jongen, gemiddeld 8. Als je goed kijkt zie je dat de baby's al direct snorhaartjes hebben. Dit is een bittere noodzaak omdat ze blind zijn. Met deze snorharen kunnen ze de tepels van de moeder vinden.

De periode na de bevalling zal de moeder veel aandacht aan haar kleintjes besteden door ze te poetsen en te zogen. Onder normale omstandigheden zal het gedrag van de moeder niet extreem veranderen.

Groei en ontwikkeling

De jongen worden kaal, doof en blind geboren. Maar ze zullen snel groeien. Na ongeveer viertien dagen hebben ze een volledige vacht en wegen ze tussen de 7 en 8 gram. En zijn hun ogen, oren en snijtanden ontwikkeld. Na drie weken kunnen de jongen het nest verlaten. Dan wegen ze tussen de 7,5 en de 10 gram.

Vier weken oud

Als de jongen vier weken oud zijn, zijn ze meestal groot genoeg om bij de moeder weggehaald te worden. Echter, het is voor de ontwikkeling belangrijk dat de jongen niet te vroeg bij de moeder weggehaald worden. Soms is het verstandiger om de jongen langer bij de moeder te laten. Bijvoorbeeld in een situatie dat het nest erg groot is en de kleintjes nog te klein en te mager zijn. Uiterlijk na zes weken oud moet je ze op geslacht scheiden. Anders loop je namelijk het risico dat ze elkaar dekken.

Bron:
- N.K.V. website, onderdeel kleurmuis, voortplanting