De verschillende variaties kan je verdelen in agouti kleuren en éénkleurigen. De éénkleurigen kan je verdelen in op zwart basis en op roodbasis. Dat is anders dan bij andere knaagdieren zoals de tamme rat en de hamster. Deze éénkleurigen en agouti varianten kunnen gecombineerd worden met mutaties die ervoor zorgen dat er vlekken ontstaan. Tegelijk kan het gecombineerd worden met de verschillende haarmutaties. En zo ontstaan er vele variaties.
Agouti betekent niets anders dan dat een haar een natuurlijke opbouw heeft. Bij de originele kleur is dit dat de beginstuk donker leiblauw van kleur is, middenstuk goud-bruin en de haar eindstukken donker getint. De agouti kent ook een ander buikkleur. Deze haren hebben een ander opbouw van kleur. De éénkleurigen hebben geen buikkleur, behalve de variaties gebaseerd op tan en zilvervos. Ook die hebben een ander buikkleur. Dat kan omdat bij éénkleurigen de agouti tekeningen wel aanwezig zijn, maar door hoeveelheid pigment dit niet zichtbaar is. En bij de muis zijn er dus mutaties opgetreden die alleen invloed hebben op de haren van de buik.
Naast zwart en rood is nog één ander mutatie die ervoor zorgt dat de haren éénkleurig worden en dat is de albino factor. Bij albino is alle pigment onttrokken. Dat komt omdat de albino mutatie ervoor zorgt dat het enzym tyrosinase inactief wordt. Dit enzym is nodig om pigment aan te maken. En daardoor hebben alle haren geen pigment en zijn ze wit van kleur. De ogen zijn doorzichtig en je ziet dan de bloedvaten. Dit is de reden dat de ogen rood van kleur zijn. Op dezelfde locus zijn ook nog andere mutaties ontstaan. Het gaat hier om de himalayan, chinchilla en een factor die de kleur extreem verdunt. Maar bij de kleurmuizen is ook een mutatie ontstaan die deels het effect van c-factor terug draait. Er wordt toch iets van het enzym aangemaakt waardoor pigment gemaakt kan worden. Dit wordt splash genoemd.
De kleurmutaties kunnen verdeeld worden in verdonkeringsfactoren en verdunningsfactoren. De meeste mutaties zijn verdunningsfactoren en zorgen ervoor dat de kleur lichter worden. Het combineren van veel verdunningsfactoren leidt tot lichte kleuren en het kan zijn dat het lastig is om te bepalen om welk kleur precies het gaat. Kleurmutaties zijn niet altijd stabiel en er zijn ook exemplaren die afwijken van de gemiddelde uiting van een mutatie. Daardoor komt de kleurmuis anders van kleur over dan dat je verwacht. De fokkers noemen dit zwevers. Ze zweven tussen verschillende kleurbenamingen in.
Attentie: Voor een goede beschrijving van de in Nederland erkende kleurslagen kan je het beste de KLN Standaard voor cavia's, tamme ratten, gerbils, hamsters en kleurmuizen raadplegen. De onderstaande foto's zijn veelal gemaakt op evenementen georganiseerd door de Nederlandse Knaagdierfokkers Vereniging. Zie voor meer informatie www.Kleineknaagdieren.nl.
Agouti kleurslagen, de kleurmutaties op agouti basis
Hieronder staan de basis kleurmutaties die effect hebben op de pigmentvorming van de haren. De agouti opbouw van de haren blijven intact, ook al is het niet bij elke mutatie even goed zichtbaar.
Goud-agouti, genetische code A_
Met goud-agouti wordt de wildkleur, de basis kleur bedoeld. Het gaat hier om een warme donker goudbruine kleur. Agouti haren van de muis kennen een drietraps opbouw in kleur.
De beginstuk van de haren zijn donker leiblauw van kleur. De middenstuk is goudbruin van kleur en de haarpunten zijn zwart van kleur. Dit zorgt voor de ticking. De buikkleur kent een bijna
gelijke kleur als de dekkleur. Deze haren hebben veel minder ticking. De ogen en ook de snorharen zijn zwart van kleur. De oren en de voetzolen zijn iets donkerder van kleur.
Ook de staart is gekleurd en komt wat donkerder over.
Bij deze kleur hebben wij het eigenlijk nooit over hoe het vererft. Het is namelijk de kleur die de huismuis heeft wanneer er geen mutaties zichtbaar zijn. En de kleurmuis stamt immers van de huismuis af. Agouti wordt ook wel eens met de genetische code A_ aangeduid. De A staat hier voor Agouti en "_" staat voor onbekend. Voor "_" wordt ook wel het symbool "*" of "?" gebruikt.
Bij deze kleur hebben wij het eigenlijk nooit over hoe het vererft. Het is namelijk de kleur die de huismuis heeft wanneer er geen mutaties zichtbaar zijn. En de kleurmuis stamt immers van de huismuis af. Agouti wordt ook wel eens met de genetische code A_ aangeduid. De A staat hier voor Agouti en "_" staat voor onbekend. Voor "_" wordt ook wel het symbool "*" of "?" gebruikt.
Cinnamon-agouti, genetische code A_bb
Bij cinnamon-agouti zorgt de verdunningsfactor 'b' ervoor dat alle zwarte pigment donkerbruin wordt. Daardoor zijn de ogen donkerbruin van kleur. Bij andere diersoorten is dit bekend als de bruin factor.
Het zorgt bij de kleurmuis ervoor dat de haren iets lichter van kleur worden en de kleur kaneelkleurig bruin overkomt.
Blauw-agouti, genetische code A_dd
Bij blauw-agouti zorgt de verdunningsfactor 'd' dat het zwarte pigment blauwgrijs wordt. De oogkleur is daardoor donkerblauw van kleur. Feitelijk gaat het om een mutatie die invloed heeft op de transport binnen de cellen.
Dit gaat door deze mutatie trager. Het gaatom Myo5a(d) mutatie. Bij de mens komt het sporadisch voor en heet het Griscelli-syndroom (type 1). Voor de wetenschap is deze mutatie een interessante mutatie i.v.m. effecten op
het zenuwstelsel. Bij de blauwe huisdier kleurmuizen zijn geen nadelige gevolgen van deze mutatie en deze mutatie kan gerust gefokt worden.
De d-factor heeft grote invloed als het gecombineerd wordt met de a-factor zwart. Dan zie je de totale kleursverandering. Gecombineerd met agouti leidt dit tot donkerblauwe ticking.
De d-factor heeft grote invloed als het gecombineerd wordt met de a-factor zwart. Dan zie je de totale kleursverandering. Gecombineerd met agouti leidt dit tot donkerblauwe ticking.
Geel-agouti, genetische code pp
Bij geel-agouti gaat het om de pink-eyed dilution mutatie en deze mutatie onttrekt alle zwart pigment. Daardoor is de kleurmuis lichtgeel van kleur. Alle donkerplekken zoals de voetzolen, nagels maar ook
de ogen hebben geen of nauwelijks pigment waardoor de oogkleur rood is en de oren en nagels licht van kleur zijn. De kleur is in Nederland erkend onder de naam geel-agouti. De kleur wordt ook wel
argente genoemd.
De c-locus
Bij de kleurmuis zijn verschillende mutaties op de c-locus ontstaan. De verschillende c-locus mutaties kunnen ook gecombineerd worden. Hieronder een overzicht van de c-locus mutaties.
Albino, genetische code cc
Extreme dilute, genetische code c(e)c(e) / cc(e)
Himalayan, genetische code c(h)c
Himalayan is net geen albino. Aan de basis van de himalayan kleur ligt een verschijnsel dat acromelanisme genoemd wordt. De melaninekorrels bij deze kleur zijn
gevoelig aan temperatuurverschillen. De intensiteit van de kleur hangt af van de omgevingstemperatuur: hoe kouder het is, hoe donkerder de kleur wordt. De vacht
kan daarom in de winter anders zijn dan in de zomer. De delen neus, oren, voet en staart zijn het gevoeligst voor temperaturen en daarom zijn deze elementen
donkerder van kleur. Het gaat hier om een factor dat in enkelvoud een himalayan geeft en in dubbelvoud een siamees. Een himalayan is een lichter versie van de siamees.
Dubbel geërfd geeft een groter effect waardoor de uitmonstering mooier van is. De variant wordt ook wel 'rus' genoemd.
Siamees, genetische code c(h)c(h)
Ten opzichte van Himalayan kent de siamees veel donkerder snuit en gekleurde uiteinde van de neus, oren, voeten en staart. Ook bij siamees is het zo dat de
intensiteit van de kleur hangt af van de omgevingstemperatuur: hoe kouder het is, hoe donkerder de kleur wordt. De vacht
kan daarom in de winter anders zijn dan in de zomer. Siamees kan op basis van agouti en op basis van zwart. Vaak wordt de variant op basis van zwart
gefokt omdat deze betere gekleurde points hebben.
Chinchilla enkel gen, genetische code c(ch)c
Dubbel gen chinchilla (zilver-agouti), genetische code c(ch)c(ch)
De mutatie chinchilla zorgt ervoor dat alle rode pigment verdund wordt. Gecombineerd met agouti levert dat een zilver-agouti op.
Zilver-agouti is dat de kleurmuis zilvergrijs van kleur is met zwarte ticking. De snorharen zijn zwart evenals de ogen. De staart, oren en nagels zijn donker van kleur.
De buik is een iets lichter kleur zilvergrijs. De onderkleur is donker leiblauw van kleur. Wordt het gecombineerd met tan, dan zorgt deze mutatie voor een witte buik.
En wanneer het bijvoorbeeld gecombineerd wordt met een rode muis, dan krijg je een witte muis.
Burmees, genetische code c(h)c(ch)
De a-locus, ingredient voor éénkleurige (non-agouti) kleurslagen, de basis kleurmutaties die de haartype veranderen naar éénkleurig
Een albino is een éénkleurige muis, maar dat komt omdat alle pigment onttrokken wordt. Bij veel kleine knaagdieren is er een mutatie ontstaan die ervoor zorgt dat de haar geen agouti opbouw kent. Het gaat om de non-agouti mutatie (a-locus) en dat zorgt ervoor dat juist veel meer pigment aangemaakt wordt. En daardoor zijn de haren van haarwortel tot haartop zwart van kleur. Bij de muis is op dezelfde locus meerdere mutaties opgetreden waaronder de roodfactor (dominant yellow). Ook deze mutatie zorgt voor een éénkleur. En de tan-mutatie, waardoor de buik een rode kleur krijgt.
Zwart, genetische code aa
Hier gaat het om een éénkleur. De haren zijn van haarwortel tot aan de haartop zwart van kleur. Het gaat hier om een recessieve factor.
Bijzonder bij de kleurmuis is dat op de a-locus verschillende mutaties zijn ontstaan. Dit zijn Dominant Yellow A(y), Viable Yellow A(vy), extreem zwart a(e) en tan a(t).
Het verschil tussen een show muis zwart en extreme black is niet heel erg groot. Er zijn wat kleine pigment verschillen bij de oren, staart en buik. Bij de normale zwarte kleur is de buik iets lichter dan bij extreme black.
Bijzonder bij de kleurmuis is dat op de a-locus verschillende mutaties zijn ontstaan. Dit zijn Dominant Yellow A(y), Viable Yellow A(vy), extreem zwart a(e) en tan a(t).
Het verschil tussen een show muis zwart en extreme black is niet heel erg groot. Er zijn wat kleine pigment verschillen bij de oren, staart en buik. Bij de normale zwarte kleur is de buik iets lichter dan bij extreme black.
Extreme black, genetische code a(e)a(e)
Rood (dominant yellow), genetische code A(y)
Het gaat hier om Dominant Yellow. Het is de meest dominante mutatie op de a-locus. Als de muis één exemplaar van dit gen heeft, is de eenkleur op basis van rood.
Het gaat om een lethale factor en wanneer een vrucht twee van deze genen heeft zal het niet tot verdere ontwikkeling komen. Een nadeel van deze mutatie is dat muizen
met dit gen de aanleg hebben om dik te worden. Beste is om hierop goed te selecteren en rekening te houden met de voeding.
De in Nederland erkende kleur Rood is een combinatie kleur van twee mutaties namelijk de rood factor en de bruin factor (A(y)_bb).
De in Nederland erkende kleur Rood is een combinatie kleur van twee mutaties namelijk de rood factor en de bruin factor (A(y)_bb).
Rood brindle (viable yellow), genetische code A(vy)
Tan, genetische code a(t)
Het gaat hier om een recessieve mutatie dat ervoor zorgt dat de buikkleur rood van kleur is terwijl de dekkleur zwart van kleur is. De buikkleur en dekkleur zijn afzonderlijk gekleurd.
In de dierenwereld zie je dit meer. Een orca is van onder wit en van boven zwart. De natuurlijke selectie heeft ervoor gezorgd dat een orco van onderaf en bovenaf niet opvalt. De Russische dwerghamster heeft een grijswitte onderbuik en bruine dekkleur. Bij de Russische dwerghamster komt eveneens de mutatie zwart voor. Als een éénkleurige Russische dwerghamster een wintervacht krijgt, zie je dat de buikkleur anders van kleur is dan de denkkleur. Omdat ook hier de buikkleur en dekkleur afzonderlijk geregeld zijn.
In de dierenwereld zie je dit meer. Een orca is van onder wit en van boven zwart. De natuurlijke selectie heeft ervoor gezorgd dat een orco van onderaf en bovenaf niet opvalt. De Russische dwerghamster heeft een grijswitte onderbuik en bruine dekkleur. Bij de Russische dwerghamster komt eveneens de mutatie zwart voor. Als een éénkleurige Russische dwerghamster een wintervacht krijgt, zie je dat de buikkleur anders van kleur is dan de denkkleur. Omdat ook hier de buikkleur en dekkleur afzonderlijk geregeld zijn.
Vlekken, bontfactoren en tekeningen
Bij de kleurmuis zijn veel mutaties opgetreden die voor witte vlekken zorgen. Ook waarbij de vlekken gecentraliseerd zijn op één plaats waardoor een mooie tekening ontstaat. Het gaat hier niet om kleurmutaties, maar om mutaties die ervoor zorgen dat op een plek geen pigment ontwikkeld wordt. Deze mutaties kunnen gecombineerd worden met andere kleurmutaties en je moet het beschouwen als een sausje over de kleur heen. Wanneer een bontfactor gecombineerd wordt met zwart, dan ontstaat de zwarte kleur met een tekening.
Bont / gevlekt (zowel gelijkmatig als ongelijkmatig), genetische code ss
Hollander, genetische code ssdudu
De Hollander is een bandtekening en, zoals dat ook wel genoemd wordt, kopplaten. Aan beide zijden van de kop is een gekleurde circelvormig kopplaat aanwezig.
Deze variant wordt al heel lang gefokt. Al rond 1890 waren fokkers met deze variant bezig.
Veel Hollanders zijn klein van formaat. Soms wordt gedacht dat dit door inteelt komt. Maar dat is niet het geval. Het komt waarschijnlijk omdat op de chromosoom van de mutatie ook genen liggen die voor de grote van de muis zorgen. Of dat de mutatie ervoor zorgt dat de groei beperkt wordt. Het komt ingeval niet door de manier van fokken.
Veel Hollanders zijn klein van formaat. Soms wordt gedacht dat dit door inteelt komt. Maar dat is niet het geval. Het komt waarschijnlijk omdat op de chromosoom van de mutatie ook genen liggen die voor de grote van de muis zorgen. Of dat de mutatie ervoor zorgt dat de groei beperkt wordt. Het komt ingeval niet door de manier van fokken.
Rumpwhite, genetische code Rw
Rumpwhite is een dominante mutatie en is lethaal wanneer het dubbel geërfd wordt. Het zorgt ervoor dat de achterkant van de muis inclusief staart wit van kleur is. Met uitzondering van het staartpuntje. De voorkant, iets meer dan de
helft van het lichaam, blijft normaal van kleur. De mutatie ligt op chromosoom 5.
Lakenvelder, genetische code W(sh)
Lakenvelder is een dominante mutatie en kan gecombineerd worden met vele kleuren. Het zorgt voor een witte band tussen kop en achterhand. De breedte van de witte band moet in verhouding zijn met de achterhand
en de schouders.
Wanneer de mutatie W(sh) dubbel geërfd wordt, dan is de kleurmuis wit met wat kleine pigment vlekken rondom de ogen en oren. Deze muizen zijn vaak zwakker en blijven ze achter in groei. Ze zijn vaak onvruchtbaar en kunnen aan bloedarmoede leiden. Beste is om een lakenvelder niet met een ander lakenvelder te kruisen om te voorkomen dat je deze variant fokt.
Wanneer de mutatie W(sh) dubbel geërfd wordt, dan is de kleurmuis wit met wat kleine pigment vlekken rondom de ogen en oren. Deze muizen zijn vaak zwakker en blijven ze achter in groei. Ze zijn vaak onvruchtbaar en kunnen aan bloedarmoede leiden. Beste is om een lakenvelder niet met een ander lakenvelder te kruisen om te voorkomen dat je deze variant fokt.
Schimmel, genetische code W
Schildpad, genetische code Mo(br)
Betreft een geslachtsgebonden mutatie dat op het X-chromosoom ligt. Het is in 1953 ontstaan. Mannetjes die het X-chromosoom erven met dit gen, overlijden meestal. Het is voor mannen lethaal.
Soms overleven ze het wel en zien ze eruit als Siamees met gekrulde snorharen. Deze vorm van brindle kent neurologische problemen en wiebelen bij het lopen. En wanneer ze aan de staart worden opgetild,
klemmen ze zich mat de achterpoten in plaats van de achterpoten wijd te houden. In zeldzame gevallen kunnen ze hun controle over de achterpoten op oude leeftijd verliezen.
Bron en meer informatie over deze mutatie: Hiiret.fi website brindle info.
Haarstructuren
In de jaren zijn er diverse mutaties ontstaan die invloed hebben op de haarstructuur. Je moet denken aan langhaar, satijn en rex. Verschillende haarmutaties kunnen gecombineerd worden en door combinaties is het soms lastig om precies te zien wat het is.
Rex / Astrex, genetische code Re
Rex is dominant en wordt ook wel astrex genoemd. Op jonge leeftijd hebben de muizen een golvend haar structuur. Later zijn de haren krullend maar nog steeds golvend van structuur.
De mutatie wordt ook wel astrex genoemd. De mutatie frizzy, fuzz en rex worden qua benaming veel door elkaar gehaald of zelfs structureel anders aangeduid (zoals in UK). Zo wordt in de UK
een goede fuzz type gezien als rex en een goed rex type gezien als astrex.
Frizzy / teddy / texel, genetische code fr
Fuzz, genetische code fz
Fuzz zorgt ervoor dat de haren zeer klein zijn. De mutatie kan leiden tot een beetje dons tot vrijwel een kale muis met her en der plukjes haar. De snorharen kunnen ook variëren van lengte, van zeer kort en gebogen
tot nagenoeg vrij normale snorharen. Snorharen zijn een zintuig en bij het selecteren moet je hierop letten. Beste is om fuzz met de meeste donsharen te selecteren. Omdat het een recessieve gen is, kan het soms
spontaan in een nest geboren worden. Fuzz muizen worden in tegenstelling met haarloze muizen kalig geboren. Haarloze muizen zien in het begin normaal uit en verliezen pas later hun haren.
Haarloos, genetische code hr
Haarloos rhino, genetische code hr(rh)
Een ander variant dat ook voor haarloos zorgt. Dit is een recessief mutatie spontaan ontstaan is uit twee inteeltlijnen. Verschil met de normale haarlozen is dat bij rhino haarloos de huid erg dik en rimpelig is.
In de boek 'The genetics of The Mouse' geschreven door Hans Grüneberg staat dat deze variant ook bij wilde muizen voorkomt en in 1820 in London gevangen en bewaard is gebleven. De rhino haarloos mutatie
ligt eveneens op chromosoom 15 net als de normale haarloos mutatie.
Combinaties
De vele mutaties kunnen veelal met elkaar gecombineerd worden en levert prachtige variaties op. Hieronder de veel voorkomende variaties.
Zilvervos, genetische code A(t)A(t)c(ch)c(ch)
Oranje, genetische code A(y)Abbpp of A(y)abbpp
Crème donkeroog, genetische code aabbc(ch)c(ch)dd